
“Het kabbelt maar een endje door.” Het was vorig jaar de reactie van mijn uitgever Monique Lindzen op een nieuw hoofdstuk voor mijn boek Cultuurdingetje, hè … Dat was wel even slikken. Ik was voorheen in mijn nopjes met haar feedback op mijn boek over hoe je de oude organisatiecultuur uit je vloerbedekking krijgt, en de nieuwe erin. Die feedback begon in januari vorig jaar enthousiast met een voicemail dat ze hardop moest lachen om mijn teksten. Nu niet. Omdat ze voor het eerst moeite had om een hoofdstuk te lezen. In mijn woorden: ze viel in slaap bij mijn tekst over vitale organisatiecultuur.
De ironie van een slaapverwekkend hoofdstuk
Behalve shit, vond ik dat ook grappig: een hoofdstuk over vitale organisatiecultuur waar zij bij in slaap viel. Natuurlijk, dat moest opnieuw; maar ik vond het ook een geniale aanwijzing over hoe organisatieculturen ‘plakken’. En hoe logisch het dus is dat ik in het hoofdstuk over een vitale cultuur verzandde in saai en slaapverwekkend. Net als dat ik in het hoofdstuk over een steeds-betercultuur maar bleef verbeteren. En bij de inclusieve organisatiecultuur ineens op mijn tellen paste en vastliep in ‘oeh is dit wel zorgvuldig genoeg…?’, ‘is dit voorbeeld niet ongepast…?’ en ‘hoeveel genuanceerder wil je het hebben…?’
Cultuur plakt
Laat dat nou precies zijn wat er in je organisatie gebeurt als je van de huidige cultuur af wilt, of dolgraag naar een nieuwe cultuur wilt: cultuur plakt. En je krijgt er gratis van alles bij. De gevoeligheden en lange tenen van inclusie, de vermoeidheid en het hamsterrad van steeds-beter, het chagrijn van polderen of het op eieren lopen van angst. Heel logisch en heel normaal. Stom, vaak, maar heel voorspelbaar. Cultuur in organisaties wordt ook ‘beplakt’ door maatschappelijke cultuur. Wat wij logisch vinden of vonden, brengen we naar organisaties. Organisaties staan letterlijk op de Limburgse, Twentse of Bijlmerbodem die in hun DNA kan zitten. De gereformeerde wortels kunnen aan de cultuur plakken, ook als het gros van de mensen die er werkt niet meer gereformeerd is. Bijna alle Nederlandse organisaties plukken nog steeds de vruchten van ons middeleeuws poldertalent. Net zo logisch, al worden we er stapelgek van, soms.
Organisatiecultuur is gevormd door historische gebeurtenissen, eeuwenoude beloftes en afgrijselijke fouten. Bij mijn vak hoort dus dat ik me afvraag hoe ‘rood’ Nijmegen nog is en of meneer Philips nog rondwaart bij PSV. Hoe de watersnoodramp en de duizenden verdronken – en doodgezwegen – Zeeuwen nog plakken in Zeeuwse organisaties. Robert M. en het Hofnarretje nog in de kinderopvang.
Dat is een afwijking, zeker.
“Als je van de organisatiecultuur bent en van de cultuurverandering, kan het echt behulpzaam zijn om je geschiedenisboeken weer eens open te trekken en op zoek te gaan naar wat onderweg de cultuur van je organisatie heeft gevormd. Dat het 12, 45 of 320 jaar geleden is, doet er weinig toe.”
Cultuur kaapt
Er is nog iets eigenaardigs – en volstrekt voorspelbaars – aan cultuur. Cultuur trekt zich weinig aan van de individuele inzet of competenties van mensen. Sterker nog: cultuur ‘kaapt’ individuen.
Dat is precies de verklaring voor dat tenenkrommende, bijzonder frustrerende verschijnsel dat je een heel woud aan ervaren, competente, gecommitteerde individuen in huis hebt, maar je als collectief werkelijk geen deuk in een pakje boter lijkt te slaan. En een logische verklaring waarom je na drie jaar, elf maanden en vijf dagen eindelijk afscheid neemt van een paar ‘notoire zwarte schapen’, ‘beroepszeikers’ of ‘voetzoekers’ en je er nog geen maand later een paar volkomen onverwachte opvolgers (lees: klonen) voor terug hebt.
Zoveelste teamvergadering from hell
Het is de verklaring waarom alle goede individuele gesprekken die je voert na een zoveelste teamvergadering from hell geen enkel effect hebben op de volgende teamvergadering. Geen teken van onbetrouwbaarheid of achterbakserigheid; slechts het DNA aan het stuur. Het is de reden dat competente en ervaren CEO’s en bestuurders via de voordeur als verlosser worden binnengehaald in een organisatie met cultuurstront aan de knikker, maar zes maanden later via de achterdeur gedesillusioneerd en beschadigd het pand te verlaten. Vermorzeld door het DNA van een organisatie.
De druk van het systeem
Die vloerbedekking kan ook maar zo de reden zijn dat jij je nu ter plekke afvraagt wat er in vredesnaam gebeurd is sinds je op 1 januari aan die nieuwe baan bent begonnen. Waar jouw gebruikelijke optimisme, vredelievendheid en doorzettingsvermogen is gebleven en waarom je in recordtempo – wat zeg ik: weken …! – bent veranderd in een ruziezoekerige zanikende heks.
Niks mis met die mensen; ze zijn gesneuveld door de druk van het systeem. Niks mis met jou. De vloerbedekking heeft je bij de benen.
Vloerbedekkingregel
Nee, ik word er zelf ook niet heel blij van dat mijn persoonlijke inzet, expertise, ervaring en betrokkenheid er veel minder toe doen dan ik wens (en eerlijk vind). Ik haat het dat die vloerbedekking zoveel bepaalt. En ik moet nog steeds wel eens de neiging onderdrukken om te bewijzen dat ik echt meer in de melk te brokkelen heb dan het DNA van de organisatie voor mij bepaalt. Dan neemt mijn zelfoverschatting een loopje met me en denk ik dat die vloerbedekkingregel natuurlijk voor iedereen geldt, behalve als je maar gecommitteerd, betrokken, autonoom, professioneel en ervaren genoeg bent om daar bovenuit te stijgen. Zoals ik dus. Helaas.
Cultuur is geen excuustruus
Het gaat er mij niet om dat je nu rustig kunt slapen, want ‘tja cultuur plakt en kaapt en zo, dus daar kunnen we helaas niks aan doen en we zijn er dus ook niet verantwoordelijk voor’. Cultuur is geen excuustruus, wat mij betreft. Je kunt er wel degelijk iets aan doen. Stoppen met vervangen van jan en alleman die ‘raar’ doet, dat is de eerste stap voor cultuurverandering. En de rest vind je in mijn boek!

Cultuurdingetje, hè…
Natuurlijk wil je ervan af, van die angstcultuur die de hele organisatie in de greep heeft. Van de familiecultuur die je organisatie ‘zo gezellig’ maar zo onbestuurbaar houdt. Van die poldercultuur waardoor beslissingen almaar niet genomen worden. En toch lukt het zelden. Sterker nog: werk je je de blubber om die oude organisatiecultuur eruit te krijgen, wordt het juist alleen maar erger …!
Ja, cultuur zit in de vloerbedekking. En: die kan er echt uit! Dáár is dit boek voor bedoeld. Bestsellerauteur Maaike Thiecke biedt jou een hart onder de riem met een luid en duidelijk systemisch perspectief op cultuurverandering.