Weerstand hoort erbij!

Hoe je ermee omgaat, bepaalt het succes van de groep

Heb jij dat ook weleens? Je staat ‘s ochtends op. Je eet een lekker ontbijt en je bent klaar voor je eerste meeting, online of op kantoor. Je hebt er zin in vandaag!

Je zit met frisse zin klaar om te beginnen, want er staan vandaag belangrijke punten op de agenda. En dan. Collega’s komen te laat, hebben niets voorbereid, maar voeren wel het hoogste woord of zitten ongeïnteresseerd op hun telefoon te kijken. Je goede humeur slaat binnen no time om in frustratie … Daar gaan we weer! Wat gebeurt hier nu eigenlijk?

Vraag je je dan ook af: ligt dit nou aan mij, aan de ander, aan de vergadering zelf of aan hoe we gewend zijn geraakt om met elkaar om te gaan? Waar komt mijn weerstand vandaan?

Misschien kom je erachter dat je je ontzettend ergert aan die ene collega die altijd tegen is. Tegen alles: tegen elk nieuw voorstel of initiatief. De ik-ben-in-principe-overal-tegen-weerstand, noemen we dit. Of je hebt inmiddels zo schoon genoeg van deze collega, dat je moet bekennen dat je ongemerkt een relatie-weerstand tegen hem hebt opgebouwd.

Weerstand is een dynamiek die zich maar moeilijk laat veroveren. En is niet weg te denken uit overleggen, teammeetings of bijeenkomsten. Voor de een is weerstand een gegeven waar gewoon mee moet worden omgegaan (iets wat je kunt ‘managen’ zelfs), voor de ander is weerstand een flinke belemmering.

Niet-mijn-idee-weerstand: ‘Het is niet mijn idee’, omdat je het niet zelf bedacht hebt. Tja, dit is wel een vaak voorkomende. We doen hier allemaal aan mee. Het is gewoon makkelijker om bij het begin van een denkpatroon mee te doen dan om aan het einde alleen de oplossing te horen. Blijkbaar heeft ons brein vaak ook het pad naar de oplossing nodig om het te kunnen verwerken. En als ik het zelf bedenk, ben ik er per definitie bij betrokken. Ons denkpatroon zit hier dus in de weg. ‘Ik zie het gewoon niet voor me hoe deze oplossing …” betekent vaak: ‘Omdat ik niet actief heb bijgedragen aan het formuleren van deze oplossing, kan ik me er maar moeilijk mee verbinden.’

Zie jij regelmatig werkt-niet weerstand? Of wat dacht je van geen-tijd-weerstand, kont-tegen-de-krib-weerstand, positie-weerstand, conformisme-weerstand of beeldvorming-weerstand? Weerstand kent veel verschijningsvormen, en het is daarom heel handig en effectief om die vormen te kunnen herkennen.

Hoe komt het?

Als we met een groep mensen bij elkaar komen, vindt er heel vaak, en meestal onbewust, een ‘framecheck’ plaats. We scannen en peilen met wie we te maken hebben, welke patronen van de anderen we zien en of we deze herkennen of niet. Lijken de anderen een beetje op mij? Herken ik iets bij die anderen wat ik als eigen ervaar? Iets wat prettig en veilig is, omdat ik het herken? Of kom ik patronen bij anderen tegen die ik niet herken? Zie ik onbekend gedrag, hoor ik meningen die nieuw of anders zijn?

In de praktijk zien we vaak dat er weerstand ontstaat omdat ons framework, dat voor ons normaal is, niet direct in staat is om een discussie, een afwijkende mening, of een ander inzicht te verwerken. Wanneer we er bij de framecheck achter komen dat er niet of nauwelijks overeenkomsten zijn met die ander(en), doet dat iets met ons brein. Het kost energie om dat te verwerken, dus vermijden we dat liever. Makkelijker is het dan om ons eigen framework met hand en tand te verdedigen. Et voilà, de weerstand is geboren!

Hoe dan wel? Je kunt natuurlijk weerstand proberen op te lossen in bila’s en gesprekken. Maar zeg eens eerlijk: heeft dit nu echt het gewenste effect? Vaak blijft het fenomeen terugkeren. Hoe het anders kan, lees je in het boek Wat gebeurt hier nu eigenlijk? De hierin helder beschreven Forward thinking methode leert je definitief anders te kijken naar een groep. Inclusief handige oefeningen om direct in de praktijk te brengen.


Omslag Wat gebeurt hier nu eigenlijk?

Wat gebeurt hier nu eigenlijk?

Hoe komt het toch dat mensen vaak ja zeggen maar nee doen? Dat ze zich een-op-een zo anders gedragen dan in een groep? In Wat gebeurt hier nu eigenlijk? helpt de gedragswetenschap ons om precies dat te begrijpen. Het boek leert je waarom gedrag in groepen en teams soms zo ontzettend frustrerend kan zijn, waarom we af en toe vastzittende meningen hebben en waarom mensen vaak zo moeilijk doen. Maar vooral leert het je hoe je het dan in hemelsnaam wél voor elkaar krijgt om binnen een groep effectief samen te werken.